Het is op de fiets prima te doen om enkele dagen het eiland rond te fietsen om zo alle vogels die daar in het voorjaar vertoeven te spotten. In het duingebied kom je altijd een aantal meeuwen en enkele roofvogels zoals de bruine kiekendief tegen. Op zich niks bijzonders in vergelijking met ons tweelingdorp Oppenhuizen en Uitwellingerga. Maar als je de vuurtoren bent gepasseerd en het richting Ballum fietst valt meteen op het hier rijk is aan weidevogels.
Vooral het geluid van de grutto die je meteen herkend geeft je een warm gevoel van binnen. Bij ons is deze weidevogel schaars en een aantal broeden nog in de West polder en Rodenburg polder. Maar in vergelijking met 40 jaar terug is dit zorgelijk. Wat meteen opvalt op Ameland is dat de boeren in het vroege voorjaar op enkele percelen rûge dong hebben aangebracht. Kenners weten dat de rûge dong de structuur van de bodem positief bevorderd. Waardoor het bodemleven een andere structuur krijgt en komen er meer grotere insecten en wormen in en tussen het gras. Dit biedt voor de broedvogels en later als de eieren uitkomen voor de kuikens meer mogelijkheden om te overleven. Bij ons wordt over het algemeen alleen maar geïnjecteerde mest over het land gebracht en heeft zeker invloed op het bodemleven.
Aan de zuidkant van Hollum en Ballum en langs het Wad is het grootste weidevogelgebied van Ameland. Er zijn slechts enkele boeren, maar over het aantal weidevogels bij hun mogen de bewoners van het eiland trots op zijn. De kievit, de grutto, de tureluur en de scholekster zijn hier talrijk aanwezig.
Als je eind april en begin mei door de landerijen fietst of wandelt zijn de eerste eieren van de kievit al uitgekomen en als je goed oplet zie je de kuikentjes door het korte gras scharrelen. Wat opvalt is dat overal waar de weidevogels hun broedplaats hebben gevonden er veel stokjes of markeringspunten zijn bij de nesten. De boer heeft zo bij het uitrijden van mest en het bewerken van het land een goed overzicht waar de nesten liggen. De indruk is dan ook dat de nazorg actief is om samen met de boer de broedvogels te beschermen.
Fiets je nog een aantal kilometers naar het oosten voorbij Nes dan is het beeld van de weidevogels niet anders. Wat wel opvalt is dat ze vaak bij elkaar op percelen broeden en waar ook hier de rûge dong is opgebracht. Het bij elkaar broeden geeft meer bescherming tegen roofvogels, die altijd op zoek zijn naar de eieren en nestvlieders. Natuurlijk is in het voorjaar er nog weinig of geen gras en hebben de predatoren alle kans om zich te goed doen aan de legsels. Hier en daar waren nazorgers van de vogelwacht van Ameland actief om zoveel mogelijk nesten op te zoeken en te markeren voordat de maaitijd aanbreekt. De vogelwacht aldaar werkt nauw samen met de boeren.
Samen overleggen ze waar de meeste broedvogels zitten op de percelen en samen bespreken wanneer de boer enkele percelen gaat maaien. In ieder geval is het beleid dat er per keer een of twee percelen tegelijk wordt gemaaid. Dit biedt voor de weidevogels kans om te migreren naar een naastgelegen perceel waar voorlopig het gras nog niet wordt gemaaid. Ook een groot voordeel op Ameland is dat de steenmarter en vos daar niet of nog niet als bedreiging voor de vogelstand aanwezig is.
Het is aan te bevelen voor leden van de plaatselijk vogelwacht en andere inwoners van het tweelingdorp om een paar dagen dit eiland te bezoeken. Naast het spotten van vogels aldaar is een strandwandeling aan te bevelen. Ook de oversteek met de veerboot is al mooi, en kun onderweg een aantal zeehonden waarnemen.
Ut it Jierferslach 2024 - Tekst: Rimmer de Jong